Zelfmanagement

Preventieve behandeling van diabetes is in principe geheel gericht op optimale bevordering en ondersteuning van zelfmanagement. Zelfmanagement is het zodanig omgaan met de aandoening (symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en bijbehorende aanpassingen in leefstijl) dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het leven. Zo blijven mensen met diabetes of met ‘gestoorde nuchtere glucosewaarden’ zo actief en gezond mogelijk.

Zelfmanagement veronderstelt dat cliëntenkennis hebben over:

  • de aandoening;
  • wat de consequenties zijn;
  • waar de juiste (preventieve) zorg gehaald kan worden.

De cliënt dient hierbij de regie te nemen in het eigen zorgproces en eigen doelen te stellen en daartoe de mogelijkheid te krijgen. Daarbij wordt uitgegaan van de kracht van de cliënt: deze neemt een actieve rol waar hij/zij dat wil én kan! Dit alles op basis van een gelijkwaardige relatie tussen de mens met een chronische aandoening en de zorgverlener, waarbij onderling vertrouwen en respect van fundamenteel belang zijn. (Landelijk actieprogramma Zelfmanagement, CBO: www.zelfmanagement.com)

Aandacht voor gezondheidsvaardigheden

Professionals zijn volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO) verplicht patiënten op een voor hen begrijpelijke manier in te lichten over hun gezondheidstoestand, het onderzoek, de in te stellen behandeling en eventuele alternatieven. Informatie en adviezen kunnen pas effectief zijn als zij goed aansluiten op het niveau van gezondheidsvaardigheden van een cliënt. Om optimale ondersteuning bij zelfmanagement te bereiken is het belangrijk om aan te sluiten bij de individuele gezondheidsvaardigheden van de cliënt.

Het gaat hierbij om drie soorten gezondheidsvaardigheden:

  • Functionele vaardigheden: basisvaardigheden als lezen en schrijven, die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in dagelijkse situaties.
  • Communicatieve vaardigheden: vaardigheden die nodig zijn om informatie te verkrijgen en te kunnen toe passen op de eigen situatie en op nieuwe situaties.
  • Kritische vaardigheden: deze hebben betrekking op het kritisch kunnen analyseren en gebruiken van informatie om meer controle te krijgen over het eigen leven. (NIGZ, 2011);(Twickler, 2009).

Aansluiten bij de fase van gedragsverandering

Ondersteuning van zelfmanagement van de cliënt met ‘gestoorde nuchtere glucosewaarden’ houdt tevens in dat het wenselijk is pas met de aanpassing van de leefstijl te starten indien de cliënt daar klaar voor is. Een theoretisch kader dat hierbij behulpzaam kan zijn is het  ‘Stages of change’-model (DiClemente, 1991). De theorie stelt dat het alleen zinvol is te starten met de leefstijlaanpassing als de cliënt zich in de juiste fase van gedragsverandering bevindt .

De cliënt kan worden ondersteund in het doorlopen van de fases van gedragsverandering. Motiverende gespreksvoering (Motivational Interviewing (Rollnick, 1995)) kan als ondersteunende techniek worden ingezet om de cliënt door de fasen van gedragsverandering te ‘loodsen’. (DiClemente, 1991); (NDF, 2010b). Het gaat met nadruk om een ondersteunende techniek. Voor het inzetten van motiverende gespreksvoering is het wetenschappelijk bewijs wisselend.

Voeg toe aan printlijst