Controles

Minstens drie maal per jaar behoort lengte en gewicht te worden vastgelegd in een groeicurve. Op deze momenten vindt tevens spuitplaatsen onderzoek plaats. Vanaf de puberteitsleeftijd zal ook eenmaal per jaar het puberteitsstadium vastgelegd dienen te worden. Bloeddruk bepaling en gericht aanvullend onderzoek vindt minimaal jaarlijks plaats, op indicatie vaker1.

Er wordt educatie gegeven op het gebied van voeding, glucoseregulatie en bewegen. Ook is er aandacht voor psychosociale problematiek en kwaliteit van leven. Er worden jaarlijks minstens drie HbA1c metingen gedaan. Daarnaast wordt conform de richtlijn regelmatig de eiwituitscheiding in de urine (AER) en het vetspectrum bepaald2. Dit in verband met het vroegtijdig onderkennen en detecteren van chronische complicaties. Oogheelkundige controle vindt plaats afhankelijk van de leeftijd en de duur van de diabetes volgens de richtlijnen3. Voetzorg vindt plaats afhankelijk van de leeftijd en volgens de richtlijnen4.

Diabetes gerelateerde aandoeningen zoals schildklieraandoeningen, coeliakie en bijnier insufficiëntie dienen bij elk kind met diabetes vastgelegd te zijn en gevolgd te worden volgens de bestaande richtlijnen.

Voeg toe aan printlijst
Voetnoot 1

ISPAD Guideliness microvascular and macrovascular complications. Pediatric Diabetes 2009(Suppl 12);10:195-203.

Voetnoot 2

ISPAD Clinical Practice Consensus Guidelines. Assessment and monitoring of metabolic control, 2007-2008.

Voetnoot 3

NOG. Richtlijn Diabetische retinopathie. 2006.

Voetnoot 4

CBO, NDF en NIV. Richtlijn Diabetische voet. 2006.