Wat?

Wat wordt gedaan om de diagnose te kunnen stellen?

De diagnose ‘diabetes type 2’ wordt gesteld door de behandelend arts. Voor het stellen van de diagnose wordt gebruik gemaakt van de NHG-standaard. Bij de diagnostiek op diabetes type 2 moet de behandelend arts alert zijn op de mogelijke aanwezigheid van diabetes type 1, LADA of een monogenetische vorm van diabetes1.

De diagnose diabetes type 2 wordt gesteld op basis van een verhoogde bloed- of plasmaglucosewaarde. Hierbij heeft het de voorkeur de waarde nuchter te bepalen. De diagnose wordt gesteld als er op twee verschillende dagen twee glucosewaarden boven de afkapwaarden voor diabetes type 2 gevonden worden of bij een willekeurige glucosewaarde > 11,0 mmol/l in combinatie met klachten die passen bij hyperglykemie. Ook bij verdenking op reeds manifeste diabetes type 2 is bepaling van de bloedglucose nodig om de juiste diagnose te stellen.

Veneus plasma
NormaalGlucose nuchter< 6,1
Glucose niet nuchter< 7,8
Gestoord nuchtere glucoseGlucose nuchter≥ 6,1 en < 7 EN
Glucose niet nuchter< 7,8
Gestoorde glucosetolerantieGlucose nuchter< 6,1 EN
Glucose niet nuchter≥ 7,8 en < 11,1
Diabetes MellitusGlucose nuchter≥ 7,0
Glucose niet nuchter≥ 11,1

Referentiewaarden bloedglucose volgens NHG-standaard in mmol/l (G.E.H.M. Rutten, 2013)

Interpretatie bloedglucosewaarden (veneus plasma):

  • Bij bloedglucosewaarden Nuchter ≤ 6,1 / Niet Nuchter < 7,8
    Deze persoon heeft goede bloedglucosewaarden. Als er wel een aantoonbaar sterk verhoogd risico op diabetes type 2 is, bijvoorbeeld als uitkomst op een gevalideerd risico-instrument, wordt verder gehandeld conform richtlijnen.
  • Bij bloedglucosewaarden Nuchter ≥ 6,1 en < 7,0 EN Niet Nuchter < 7,8
    Er is sprake van gestoord nuchtere glucose. De huisarts bepaalt het cardiovasculair risicoprofiel mits nog niet bepaald en zet behandeling in volgens richtlijnen.
  • Bij bloedglucosewaarden Nuchter < 6,1 EN Niet Nuchter ≥ 7,8 en < 11,1
    Er is sprake van gestoorde glucosetolerantie. De huisarts bepaalt het cardiovasculair risicoprofiel mits nog niet bepaald en zet behandeling in volgens richtlijnen.
  • Bij bloedglucosewaarden Nuchter ≥ 7,0 / Niet Nuchter ≥ 11,1
    Er is sprake van diabetes mellitus type 2 als men op twee verschillende dagen twee nuchtere plasmaglucosewaarden vindt ≥7,0 mmol/l. De diagnose kan ook worden gesteld bij een nuchtere plasmaglucosewaarde ≥7,0 mmol/l of een willekeurige plasmaglucosewaarde ≥11,1 mmol/l bij voorkeur in combinatie met klachten die passen bij hyperglykemie. Nuchtere glucosewaarden in het laboratorium hebben de voorkeur. Nadat de diagnose is gesteld volgt behandeling volgens richtlijnen.
Voeg toe aan printlijst
Voetnoot 1

Sluiter AC, Van Wijland JJ, Arntzenius AB et al. Landelijke Transmurale Afspraak Diabetes Mellitus type 2. Huisarts Wet 2012; 55 (1);S1-12