Wettelijk kader

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst is de toestemming van de patiënt vereist.

In het kader van de behandelingsovereenkomst richt de hulpverlener een dossier in over de behandeling van de patiënt. Hij legt in het dossier gegevens vast over de gezondheid van de patiënt en de hiertoe uitgevoerde verrichtingen en neemt tevens andere gegevens op die noodzakelijk zijn voor een goede hulpverlening1.

Volgens de WGBO zorgt de hulpverlener ervoor dat aan ‘anderen dan de patiënt’ geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in het dossier worden verstrekt zonder toestemming van de patiënt2. Onder ‘anderen dan de patiënt’ vallen niet diegenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. Diegenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de behandelingsovereenkomst, zijn die personen die ‘rechtstreeks betrokken zijn bij de zorg’. Dit wordt gekoppeld aan aandachtspunt 4 uit de handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg3. Hierin wordt gezegd dat een zorgverlener die deelneemt in een samenwerkingstraject zich ervan vergewist dat hij/zij beschikt over relevante gegevens van collega’s en dat hij collega’s informeert over gegevens en bevindingen die zij nodig hebben om verantwoorde zorg te kunnen verlenen. Dit betekent dus dat de patiënt wordt geïnformeerd over het feit dát en met wie gegevens worden gedeeld. Indien daartegen bezwaar gemaakt wordt, moeten de bezwaren gewogen worden tegen de achtergrond van het feit dat dat hulpverlener verantwoorde zorg moet kunnen verlenen.

Voeg toe aan printlijst
Voetnoot 1

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, artikel 454. Lid 1.

Voetnoot 2

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, artikel 457. Lid 1 en 2.

Voetnoot 3

KNMG, V&VN, KNOV et al. Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg. Januari 2010: 14.